Hoe kan het dat antroposofen scholen, zorgboerderijen, huisartspraktijken, een kerk en een bank beginnen? Dat zij al een eeuw bezig zijn met biodiversiteit, organische architectuur, organisatieontwikkeling en leefstijl? Komt dat omdat ze op de huid van de tijd zitten?
Antroposofie helpt om niet alleen anders naar de wereld te kijken, maar vooral ook om vanuit verschillende perspectieven te kijken. Een antroposofische boer bijvoorbeeld kijkt naar het stikstofgehalte, naar de kringloop van processen op zijn bedrijf, ingebed in het jaarverloop. En ook naar de stand van de sterren. Hij heeft een open mind voor alle verschillende factoren die in zijn bedrijf werken.
Alles, ook menselijke samenwerking, heeft een fysieke realiteit, een innerlijke betekenis, ja, een goddelijke bedoeling. Die perspectieven juist in hun samenhang te leren kennen, zowel in de wereld als in jezelf, dat maakt antroposofie spannend en uniek. En om breed te leren kijken, tref je in de antroposofie allerhande hulpmiddelen aan om vanuit denken, voelen en willen nieuwe capaciteiten te ontdekken en te ontwikkelen, die klaarliggen om gebruikt te worden.